Meer informatie

Op de laatste dag van 1974 – 50 jaar geleden – wordt  de allerlaatste wagon Limburgse steenkool naar boven gehaald: van honderden meters diep uit de Oranje-Nassaumijn in Heerlen. Daarmee komt er een einde aan tientallen jaren mijnbouw in de provincie. De mijnbouw is dan al jaren niet meer rendabel. Bovendien is er in Groningen een enorme gasbel aangetroffen. Gas is de toekomst en steenkool is verleden tijd. Het verandert alles in Limburg. 

Nu het stof is neergedaald, duikt Winfried Baijens in de veelbewogen geschiedenis van de Limburgse mijnindustrie, de groei en bloei, de keerzijden, de pijn van de sluiting en de manier waarop Limburg zich gaandeweg heeft herpakt. Het stof daalt: een serie over verlies en verdriet, maar zeker ook over saamhorigheid en trots.

Tegelijk met de serie verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam het boek Limburg - Het verhaal van een bijzondere provincie. Winfried Baijens schreef het voorwoord voor het boek.

Aflevering 1: Sjicht (ploegendienst)
Als de laatste mijn in Limburg in 1974 sluit, is een tijdperk ten einde. Van zwart naar groen is het motto in de provincie, en snel een beetje. Alles wat bovengronds aan mijnbouw doet denken, gaat tegen de vlakte. Ondergronds blijft bijna alles zoals het was. Hoe was dat om af te dalen in een mijn en waar komt dat romantische beeld van saamhorigheid van de mijnwerkers, de zogenaamde koempels, vandaan? Winfried Baijens gaat op onderzoek uit in Limburg en in Polen, waar nog steenkoolmijnen in bedrijf zijn. Als hij afdaalt met de Poolse mijnwerkers, begint hij iets te begrijpen van die saamhorigheid.

Aflevering 2: Sjtub (stof)
Een halve eeuw na de sluiting van de mijnen zijn ze nog altijd niet vergeten: de mijnwerkers die ondergronds dodelijk verongelukten en de mannen die zijn gestorven aan stoflongen, beroepsziekte nr. 1 van de mijnwerkers. Het ondergrondse werk is zwaar en levensgevaarlijk. Het is dan ook niet zo gek dat veel mijnwerkers na hun dienst de zinnen even willen verzetten. En de meerderheid van de koempels doet dat door het houden van duiven, een zachte hobby naast het harde werk. Maar duiven houden blijkt geen ongevaarlijke hobby: de bacteriën die duiven met zich meedragen, kunnen de mijnwerkers doodziek maken.

Aflevering 3: Endj (Einde)
In de schouwburg in Heerlen kondigt minister Joop den Uyl in1965 het einde aan van de mijnbouw in Limburg. Met één pennenstreek wordt een gat geslagen in het zwart kloppende hart van de regio. In tien jaar tijd verliezen zo'n 75.000 mensen hun baan. Zie dat maar eens te boven te komen. Maar het einde van de mijnen is niet het einde van de mijnwerkerscultuur. Muziek en sport blijken dankbare uitlaatkleppen, zoals de muziekgroep Carboon laat horen, en voetbalclub Roda JC laat zien. Tot op de dag van vandaag.

Aflevering 4: Glück auf (Behouden terugkeer)
Na de sluiting van de Limburgse mijnen wordt het verleden rigoureus uitgewist. Gebouwen en mijnschachten gaan en masse tegen de vlakte. Bovengronds herinnert steeds minder aan de mijnbouw. Maar voor de koempels zelf valt het verleden niet te wissen. Zij komen nog regelmatig bij elkaar om herinneringen op te halen. Bij de jongste generatie is sprake van een oplevende interesse. Hoe zag het werk van opa er al die jaren uit en wat heeft het betekend voor de opbouw van naoorlogs Nederland? Langzamerhand maakt verdriet over de mijnsluiting plaats voor trots op het verleden. Met dank aan nieuwe plekken van herinnering.