Tijdens het eerste deel van zijn reis bezoekt Ben de hoofdstad Brazzaville en hij proeft lokale delicatessen op de markt. Hierna gaat hij op een slopende tweedaagse reis de wildernis in om een bijzondere stam te bezoeken: de Mbendjele. Hij maakt een lange rit van 16 uur en de laatste fase van de reis bestaat uit een voettocht door het regenwoud. Ben wordt opgewacht door een groep Mbendjele die hem verwelkomen met een koor van zang en dans. Hij brengt tijd door bij de Mbendjele-gemeenschap en hij stort zich op elk aspect van het dagelijkse leven in het regenwoud om te begrijpen welke levenslessen hij kan leren van deze eeuwenoude cultuur.

Tijdens het tweede deel van zijn reis trekt Ben dieper de uitgestrekte wildernis van Congo in om wilde gorilla’s te zien. Hij ontdekt een regio die snelle veranderingen doormaakt: door de houtkap worden natuur en dieren bedreigd. Ben wil weten welke oude gebruiken overleven en in een traditionele gemeenschap is hij getuige van een angstaanjagend overgangsceremonie voor jonge mannen. Hierna bezoekt hij een gorilla-onderzoeksstation aan de rand van een van de oudste nationale parken van Afrika. Hij komt oog in oog te staan met majestueuze wilde gorilla's en is getuige van een zeldzame ontmoeting tussen twee enorme zilverruggen van 200 kilo.

Tijdens het laatste deel van zijn reis bezoekt Ben de Congo. Deze rivier stelde de Europeanen in de 19e eeuw in staat om Centraal-Afrika te plunderen. Ben onderzoekt de Franse koloniale erfenis van Brazzaville en ontmoet de beroemde ‘Sapeurs’: Afrikaanse stijliconen die Congolese mode combineren met Franse haute-couture. Hij eindigt zijn reis met een bezoek aan het Congolese worstelen, waarin vechters de eeuwenoude magische krachten van ‘Juju’ gebruiken om hun tegenstanders te verslaan. Hij kijkt met ontzag toe hoe mannen zich verkleden als zeemeerminnen, zichzelf in brand steken, met levende slangen zwaaien en glazen flessen eten.