Achter de schermen bij NTR

Somer Al Abdallah (37) was schrijvend journalist en verslaggever in Syrië voordat hij in 2015 moest vluchten. Sinds 2019 is hij redacteur bij Net in Nederland, het online platform van de NPO voor en door nieuwkomers. Hoe maak je zo’n platform voor een totaal nieuwe doelgroep in meerdere talen? Een gesprek met Somer en eindredacteur Madelon Stokman (43). Deze keer dus: hoe maken júllie het?

Net in Nederland is een online platform. Wat maken jullie?
Madelon: “Wij maken verhalen – stories – voor en door nieuwkomers. Wij helpen mensen die naar Nederland gevlucht zijn om hier hun weg te vinden. Daarvoor gebruiken wij het archief van de NPO. Die stories gaan van de Belastingdienst tot coronavaccins tot de geschiedenis van Nederland. Eigenlijk alles wat je moet weten om te integreren.”
Somer: “De verspreiding van onze stories gaat vooral via Facebook. Hier hebben we een community van ruim 45.000 volgers. Een keer per week gaan we live. Als er grote ontwikkelingen zijn, presenteren mijn collega’s en ik daar het nieuws. Op Facebook delen we ook losse video's in het Arabisch, zo zijn nieuwkomers altijd op de hoogte zijn van wat er in Nederland speelt.”

Zijn al die nieuwkomers echt nét in Nederland?
Madelon: “Dat varieert. Het project startte in 2015, naar aanleiding van de grote groep Syrische vluchtelingen. Toen zei de NPO: wij kunnen helpen door media te maken. Deze groep nieuwkomers, die er nu zo'n vijf jaar is, is geland en integreert. Voor hen behandelen we meer diepgaande onderwerpen, zoals studeren en het vinden van werk. Maar ons platform is natuurlijk ook voor de mensen die momenteel Nederland binnenkomen. Voor deze nieuwkomers is er basisinformatie, zoals: wat is Koningsdag?
Somer: “We hebben trouwens ook Nederlandse volgers! Ik kreeg laatst een bericht van een Nederlandse docent: ze deelt vaak onze stories in haar klas.”

Hoe begin je een online platform?
Madelon: “Dit was een samenwerking van alle omroepen. Een aantal mensen met ervaring - ofwel met de doelgroep ofwel met het creëren van zo'n platform – begonnen ermee. Toen waren de video’s en stories gericht op de onderwerpen die aan bod komen in de inburgeringscursus. Op dat moment kregen veel mensen snel hun status in Nederland. Daarna is Net in Nederland met de doelgroep mee veranderd. Vanaf het begin is gezegd: dit platform is voor nieuwkomers, maar vooral ook door nieuwkomers. Zij weten wat er speelt in de samenleving onder de doelgroep. Zij weten waar behoefte aan is en welke onderwerpen we moeten behandelen.”

Hoe vind je nieuwkomers met journalistieke kwaliteiten?
Madelon: “Wij werken samen met het UAF, de vereniging voor hoogopgeleide vluchtelingen. Zij helpen met de werving, want weten precies wie welke kwaliteiten heeft. Maar ook een organisatie als Vluchtelingenwerk, vanaf het begin betrokken bij statushouders. Inmiddels hebben wij ook een groot bereik met ons eigen platform.”
Somer: “Juist onder vluchtelingen zitten veel journalisten. Dat zijn de mensen die als eerste in gevaar zijn als er oorlog dreigt. Persvrijheid staat snel onder druk. Journalisten worden gedwongen te vluchten.”

Waar liepen jullie tegenaan bij de ontwikkeling van Net in Nederland?
Madelon: “In het begin was het lastig de doelgroep te bepalen. Wat is een nieuwkomer precies? En hoe lang blijf je een nieuwkomer? Aanvankelijk maakten we de stories ook in het Engels, maar dat liep niet zo goed. Je moet mensen in hun eerste taal bereiken en natuurlijk in het Nederlands. Zoiets leer je alleen als je het doet. We hebben op een gegeven moment de keuze gemaakt om ons te richten op de Arabisch sprekende groep: Syriërs, Irakezen, Soedanezen, mensen uit het Midden-Oosten. Dit is een relatief grote groep die ook recent is gekomen. Het liefst zou ik twintig talen doen, maar zo werkt het helaas niet.”

Redactie Net in Nederland

En hoe ging dat met de techniek?
Madelon: “We werden dit jaar onderdeel van NPO Kennis, dus er moest een heel nieuw platform gebouwd worden. Het systeem is gemaakt voor Nederlands of Engels, je typt van links naar rechts, maar in het Arabisch is dat andersom. Hoe geef je dat weer op een website? In het begin gaf die aanpassing problemen. De technici die het platform bouwen, spreken geen Arabisch. En toen dat eindelijk goed stond, bleek bijvoorbeeld dat opsommen in het Arabisch ook weer anders gaat. Maar nu werkt het beter dan ooit.”

Hoe gaat het maken van een story?
Somer: “Ik kom met een idee, via het nieuws of via mijn netwerk. Dan ga ik researchen en op zoek naar bijpassend beeldmateriaal in het archief van Beeld en Geluid. Mijn tekst en beeld bespreek ik met Madelon. Daarna ga ik aan de slag om de story te maken. Ik houd hierbij altijd rekening met de doelgroep. Zo vertaalde ik laatst een serie NPO Kennis stories over echtscheidingen. Dat thema ligt gevoelig in de Syrische gemeenschap. Met het oog daarop wil ik nu een story gaan maken over echtscheiding onder nieuwkomers.”

Alle stories zijn in het Nederlands en Arabisch. Is dat lastig?
Somer: “Meestal zijn Arabische teksten korter dan Nederlandse. In het Nederlands gebruik je meer woorden, veel lidwoorden bijvoorbeeld, in het Arabisch hoeft dat niet. Als je iets vertaalt, is dat bovendien nooit letterlijk. Je moet je Nederlandse tekst aanpassen aan het Arabisch zodat het begrijpelijk is. Het Modern Standaardarabisch heeft bijna 2,5 miljoen woorden. Ik moet dus echt het woord kiezen dat geschikt is voor al onze volgers. Soms is dat even zoeken, want er zijn zo veel Arabische stromingen. Maar hierdoor leer ik nog beter Nederlands. Ik denk lang na over de vertaling van een woord en de oorspronkelijke betekenis. Dus eigenlijk is het goed in plaats van lastig, haha!”

Welke stories "scoren" het best?
Madelon: “Die over werk, onderwijs en andere belangrijke zaken. Vanaf 1 januari is er de nieuwe Wet inburgering, het hele systeem verandert. We merken dat die story het ontzettend goed doet. Mensen willen dat weten, ze worden onzeker als ze dingen niet begrijpen.”
Somer: “We hebben ook een story gemaakt over een nieuwe wet in Denemarken. Door die wet werden Syriërs uit Denemarken teruggestuurd. De gemeenschap in Nederland was daardoor in paniek. Gaat dat hier ook gebeuren? Dat hebben wij opgepikt en onderzocht. We hebben benadrukt dat Syriërs niet worden teruggestuurd. Die duidelijkheid hebben ze echt nodig. In de andere media is het wel behandeld, maar of heel kort of onze doelgroep had het niet gezien. Een item van EenVandaag dat veel Syriërs in Nederland hadden gemist, hergebruiken wij dan in onze story.”
Madelon: “Nieuwkomers hebben ook veel interesse in alles wat echt Nederlands is. De geschiedenis van Nederland, de cultuur. Hoewel, we maakten ooit een story over het Songfestival. Wij dachten: dat vinden ze vast leuk, want iedereen in Nederland praat erover. Nou, nieuwkomers bleken totaal geen interesse te hebben in het Songfestival!”

Kunnen de redacteuren uiteindelijk ook doorstromen naar andere redacties?
Madelon: “Het liefste zie ik ze uitvliegen, ja. Het zijn unieke mensen met jarenlange ervaring. Oké, soms is er nog een taalfoutje, maar dat wordt gecompenseerd door de voordelen: kennis van en inzicht in het gebied waar ze vandaan komen, kennis van talen, een frisse blik op Nederland. Mijn collega's stellen vaak vragen waar ik nooit bij stil heb gestaan. Ik gun het andere collega's ook om zulke goede journalisten binnen te halen. Ik wil bij deze een oproep doen: redacties in Hilversum, sta ervoor open. De NPO heeft dit echt nodig en we hebben ze in huis.”